Opgejaagd door het Coronavirus zijn jongeren wereldwijd vanaf half maart zo goed als allemaal voortijdig terug naar huis gevlogen van een stage of veldwerk in het Zuiden. Er waren jongeren die persoonlijke frustraties ervoeren omdat hun stage in de war was gebracht, andere waren zich net erg bewust van hun hoogst geprivilegieerde situatie waarin ze de luxe hadden om per vliegtuig terug naar huis te kunnen, waar een oerdegelijk gezondheidssysteem hen zal opvangen als ze alsnog ziek worden.
Bij alle commotie en frustratie, biedt dat volgens Melanie Schellens, columniste bij MO*-magazine, iets meer tijd voor reflectie. Tijdens die reflectie verwijst ze naar onze visietekst over relevante Zuidstages. De COVID-19 pandemie vormt namelijk een aanleiding om de reflectie opnieuw te maken over het nut en de meerwaarde van stages in het Zuiden en vooral om de praktijk te evalueren.
Kritische wereldburgers moeten leren analyses te verwerken en zelf te maken, ze moeten inzicht verwerven in zowel de verhoudingen in onze eigen samenleving als in die van de samenleving waar ze tijdelijk in terecht komen, maar ook in de internationale verhoudingen en belangen. Die analyses en reflecties stellen zich tijdens de COVID-19 pandemie extra scherp.
We hebben daarom absoluut nood aan meer kritische wereldburgers die zich willen inzetten voor een rechtvaardigere mondiale samenleving. De kwaliteiten en attitudes die iemand in het Zuiden opdoet, moeten het strikt persoonlijke overschrijden om straks in te kunnen zetten in het beroepsleven en als meer bewuste wereldburger in de samenleving.