LGBT+-PERSOON EN OP STAGE NAAR HET GLOBALE ZUIDEN

Hoewel LGBT+-personen in bijna alle landen geconfronteerd worden met holebi- en transfobie, ongelijke behandeling en discriminatie, is de context in sommige landen aanzienlijk moeilijker dan in andere. Door berichten in de media van neergeslagen pridebijeenkomsten, vervolging of andere mensenrechtenschendingen van LGBT+-personen in landen in het Globale Zuiden, blijven Belgische studenten die op stage vertrekken vaak met vragen achter. Kan ik mijn collega’s op stage in Oeganda vertellen over mijn lief, die van hetzelfde geslacht is als ik? Moet ik mijn genderidentiteit verborgen houden voor mijn gastgezin in Indonesië? Wat gebeurt er als mensen tijdens mijn stage in Ecuador mijn seksuele oriëntatie te weten komen?

Het antwoord op de bovenstaande vragen is vaak niet eenduidig. Veel hangt af van je gastland, je stageplek, je collega’s en de specifieke context. Daarom volgen hieronder suggesties en verwijzingen voor wie op stage vertrekt naar het Globale Zuiden en daarover vragen heeft.

Links


» De Yogyakarta Principles stellen dat iedereen wereldwijd het recht heeft om vrij te zijn van elke vorm van vervolging die het gevolg is van de persoons echte of gepercipieerde seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie of geslachtskenmerken. Deze principes werden op de internationale mensenrechtenbijeenkomst in 2006 in Indonesië door heel wat landen ondertekend.


INFORMEER JEZELF

De rechten van LGBT+-personen hangen erg af van land tot land. Op dit moment zijn er wereldwijd 123 landen die seks tussen mensen van hetzelfde geslacht niet vervolgen, 70 landen criminaliseren dat wel. De wetgeving staat echter niet stil en de meeste veranderingen betekenen een toename  in rechten. Vietnam stopte bijvoorbeeld met de criminalisering in 2015. Of in Thailand, en dan vooral in Bangkok, zijn trans personen vaak heel zichtbaar. Sinds 2012 rekruteert Thai Airline trans personen als stewards om te ijveren voor meer rechten voor trans personen. Helaas zijn er ook voorbeelden waarbij LGBT+-rechten verdwijnen. Zo besliste Gabon in december 2019 om seksuele relaties tussen mensen van hetzelfde geslacht te criminaliseren, wat het ervoor niet deed.

Als je op stage vertrekt, is het belangrijk om je te informeren met specifieke informatie over je gastland om te weten binnen welk legaal kader je terecht komt. Jaarlijkse kaarten en rapporten van ILGA geven een overzicht van nationale wetten en beleid met betrekking tot seksuele oriëntatie en genderidentiteit. Die rapporten en kaarten worden wereldwijd gebruikt als tool voor middenveldorganisaties, overheidsinstanties, activisten en media voor sensibilisering rond LGBT+-rechten.

Kennis over het wettelijk kader is belangrijk, maar biedt echter geen zekerheid dat personen met een niet-heteroseksuele oriëntatie, cisgenderidentiteit of -expressie sowieso in een veilige omgeving leven. Maatschappelijke normen en sociale stigmatisering spelen een grote rol.

LINKS


» Deze wereldkaart van 2019 geeft je een overzicht van hoe het gesteld is met het wettelijk kader rond seksuele oriëntatie in verschillende landen wereldwijd. Ook wij maakten een soortgelijke kaart met betrekking tot wetten, procedures en beleid voor trans en genderdiverse personen om hun sekse/gender en naam op officiële documenten aan te passen. We deden dit in het kader van de Come In Out campagne van CHanGE 2019. Bekijk ze hier.

» Het state-sponsored homophobia report van ILGA geeft sleutelinformatie over wetgeving die nadelig kan zijn voor LGBT+-personen.

» Het trans legal mapping report bevat de verschillende rechten, beleidsdocumenten en processen voor trans en non-binaire personen om hun geslacht, gender markeringen en namen in officiële documenten te veranderen.

» Op Wikivoyage kan je meer tips vinden over reizen als LGBT+- persoon. Ook het Transgender infopunt geeft tips over reizen en richt zich daarbij specifiek op trans personen.


Ik ging in de zomer van 2019 naar Oeganda en ben bi. De Oegandese homofobie is berucht maar kan gerust een beetje nuancering gebruiken. Om me voor te bereiden begon ik met een Google sessie, maar online is er vooral veel negativiteit te vinden dus ging ik op zoek naar verhalen van LGBT+-kennissen die er ook geweest waren. Ervaringen zijn duidelijk heel individueel aangezien de verhalen van overwegend positief tot negatief gingen. Uiteindelijk moet je het toch zelf ervaren en ontdekken.

Op momenten dat het niet zo gemakkelijk is om in te schatten of het een goed idee is om jezelf te uiten, kon het helpen om eerst in naam van België te spreken. Uitleggen dat het bij ons toegelaten is om als LGBT+-koppel te trouwen en vertellen dat er antidiscriminatiewetten zijn, was vaak een eerste stap om te zien wat iemands mening was en dus of het veilig was om er verder op in te gaan of niet.  Voorzichtigheid is aan te raden maar uitgaan van de goedheid van mensen kan je veel mooie ontmoetingen opleveren!

BEGRIJP DE CONTEXT

Probeer te begrijpen vanwaar de holebi- of transfobie komt in je gastland. Elke context is anders! Wat is de rol van de kerk, van de overheid en van extreemrechtse bewegingen? Je verdiepen in de geschiedenis helpt je vaak om een antwoord te vinden op deze vragen en een verklaring te vinden waar holebi- of transfobie vandaan komen. In Oeganda was homoseksualiteit bijvoorbeeld geheel aanvaard, tot de kolonisatie van de Britten het Brits strafrecht oplegde dat bepaalde dat homoseksualiteit niet ‘beschaafd’ was. Nu worden dezelfde argumenten omgekeerd gebruikt.

ZIE DE DIVERSITEIT

Geen enkel land heeft mensen met maar één vaststaand standpunt over LGBT+-personen. Niet in België, niet in het gastland van je stage. Ga er dus niet van uit dat een streng wettelijk kader ervoor zorgt dat iedereen homofoob is, of dat je collega op stage a priori holebi- of transfoob is. Net zoals in België is er een diversiteit aan standpunten over LGBT+-personen en zijn die standpunten geen statisch eindpunt, maar kunnen ze veranderen. Binnen één land kan de situatie voor LGBT+-personen dus erg verschillen van plek tot plek. Kaapstad is bijvoorbeeld erg LGBT+-vriendelijk, maar andere plekken in Zuid-Afrika dan weer veel minder.

Net als in België, zijn er overal organisaties die strijden voor meer rechten voor en bescherming van LGBT+-personen. Als het jou in die context niet in gevaar brengt, kan je ook eens langsgaan bij of lezen over deze organisaties. Laat je inspireren door de manier waarop zij strijden voor meer rechten, ondanks een omgeving die soms weerstand biedt. Luister naar hoe de strijd er voor hen uitziet en wat ze wanneer nodig hebben van bondgenoten zonder al te snel zelf je analyse en oordeel klaar te hebben.

Tijdens onze afgelopen CHanGE-campagnes hebben we ook tal van organisaties leren kennen die een grote bron van inspiratie zijn. Om maar enkele voorbeelden te geven:

» De Guide Foundation For Development in India, biedt seksuele gezondheidsondersteuning aan transgenders. Zo verspreiden ze bijvoorbeeld condooms en organiseren ze maandelijkse check-ups. Via deze ondersteuning willen ze vermijden dat seksuele minderheden, zoals transgenders, in kwetsbare situaties terechtkomen;

» Het nationale centrum voor seksueel onderwijs, Centro Nacional de Educación Sexual (CENESEX), is het onderzoeks- en onderwijsinstituut in Cuba op vlak van gender en seksualiteit. Ze zijn de brug tussen wat leeft bij de burgers en beleidsaanbevelingen bij de overheid. Zij lobbyden o.a. voor de legalisering van het homohuwelijk in Cuba en organiseren tal van marsen om te ijveren voor meer rechten voor LGBT+-personen in Cuba.

» FARUG, kort voor Freedom and Roam Uganda, is een Oegandese organisatie die werkt rond LBTQ+- en vrouwenrechten. Zij organiseren o.a. discussiesessies over seksualiteit en genderidentiteit en ondanks tegenwerking van de overheid, organiseren zij mee de Uganda Pride. Vanuit hun feministische principes omarmen zij diversiteit en inclusiviteit.

Ik vroeg aan een Oegandese genderexpert of mijn genderexpressie en mijn kort haar onveilig kan zijn tijdens mijn stage in Oeganda. Ze vraagt me wat kort haar te maken heeft met lesbisch zijn en ik heb niet direct een antwoord klaar. “In België wordt kort haar bij vrouwen vaak geassocieerd met homoseksualiteit”, zeg ik uiteindelijk. Ze vertelt me: “het klinkt misschien cru, maar het enige wat er echt toe doet hier tijdens je reis in Oeganda, is je sociale positie als ‘muzungu’ (een witte, Westerse, toerist)”. Tijdens mijn verblijf in Oeganda werd ik dus geconfronteerd met mijn status als witte, Europese vrouw en het daaraan gekoppelde privilege in die zin dat het mijn witte voorrecht erg zichtbaar maakte. Het feit dat ik wit ben, maakt dat ik bevoorrecht ben om sociale grenzen, zoals die van homoseksualiteit, te overschrijden die de meeste Oegandezen niet kunnen of mogen overschrijden. Het werd mij duidelijk dat  homofobie in Oeganda zich sterk kruist met andere vormen van onderdrukking.

Ik heb geleerd dat zowel homoseksualiteit als homofobie bestaan in Oeganda en dat er dagelijks LGBT+-activisten strijden voor gelijke toegang tot seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Daarnaast hebt ik ook geleerd dat genderexpressie anders gepercipieerd wordt in verschillende landen. Wat wij als universeel bestempelen, is uiteindelijk de Westerse norm.

VOEL AAN OF JE ER OPEN OVER KAN ZIJN

Er is geen één advies voor elk land of elke persoon. Ook in België zijn er heel wat mensen die op hun stage of werk niet vertellen dat ze LGBT+ zijn om verschillende redenen.

Bepaal op basis van de informatie die je vergaard hebt uit voorgaande stappen, inclusief je eigen gezond verstand, hoe veilig jij de omgeving acht en of je er iets over wilt zeggen. Soms is het aan te raden er niets van te zeggen. Soms kan je nadat je een band hebt opgebouwd met je collega in het gastland op je stage, het thema wel aankaarten om te zien hoe er op gereageerd wordt.

Tijdens mijn stage in Oeganda, ben ik in contact gekomen met LGBT+-organisaties en Oegandese queer activisten waarmee ik open kon praten over geaardheid en genderidentiteit. Zo ben ik ook in een queer club terecht gekomen en in cafés en andere plekken waar mensen vrij tolerant waren tegenover de LGBT+-gemeenschap. Die ervaringen gaven natuurlijk geen volledig beeld van de houding van de Oegandese samenleving tegenover seksuele minderheden. De ‘angst’ die ik enigszins had opgebouwd door artikels in de media over homofobie, discriminerende wetten en gevallen van gaybashing in Oeganda en onbewuste vooroordelen, sloeg vooral op de ervaringen in het ‘dagelijkse’ leven: op straat en in contact met allerlei mensen. Ergens was dat misschien een naïeve gedachte, want ik viel niet zozeer op door mijn geaardheid, maar veel meer door mijn witheid. Bovendien hebben genderstereotypen die in het Westen geassocieerd worden met holebi’s, niet per se dezelfde betekenis in de Oegandese context.

Er is niet één handleiding om als queer persoon te handelen in een omgeving waar homofobie vaker voorkomt. Tenslotte is de officiële wetgeving niet per definitie hetzelfde als hoe mensen erover denken. Het is en blijft aftasten of je het aan iemand kan vertellen. Soms kan het en is het fijn om erover te kunnen praten; soms ligt het moeilijker en is het niet per se nodig om het te vertellen, maar kan je er misschien eerder op een objectieve manier over in gesprek gaan.